In Actueel

Steeds vaker nemen jongeren na hun afstuderen van de middelbare school een ‘tussenjaar’ om bijvoorbeeld te reizen, te werken of vrijwilligerswerk te doen. Het volgen van een studie of vervolgopleiding stellen zij daarmee een jaar uit. Van gescheiden ouders krijgen wij hierdoor regelmatig de vraag welke gevolgen zo’n tussenjaar heeft voor de te betalen bijdrage in het levensonderhoud en de studie. In de rechtspraak is deze vraag al een paar keer aan de orde geweest.

Bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie
Op grond van de wet (artikel 1:395a BW) zijn ouders verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun jongmeerderjarige kinderen (18e tot het 21e levensjaar). Bij de berekening van de te betalen bijdrage van de ouders aan hun kinderen wordt rekening gehouden met de behoeften van de jongmeerderjarige en de draagkracht van de ouders. De behoefte van de jongmeerderjarige is onder andere afhankelijk van de woonsituatie (thuiswonend of uitwonend), het wel of niet volgen van een MBO/HBO-WO studie, het ontvangen van een aanvullende studiebeurs en eventueel eigen inkomsten van de jongmeerderjarige. De rechter kan het alimentatiebedrag al dan niet met terugwerkende kracht matigen, als door gedragingen van de jongmeerderjarige betaling van de (volledige) alimentatie niet redelijk zou zijn.

Wanneer een jongmeerderjarige niet gaat studeren, maar een tussenjaar neemt om te werken, volgt uit de rechtspraak dat deze structurele en/of hoge inkomsten van invloed zijn op de hoogte van de eventuele onderhoudsbijdrage. Omdat jongmeerderjarigen in beginsel niet gehouden zijn in hun eigen onderhoud te voorzien, brengt het Hof soms slechts een deel van de inkomsten in mindering op de behoefte. Een precieze maatstaf geldt hiervoor echter niet.

Zo oordeelde het Gerechtshof Amsterdam op 26 september 2017 in een zaak waarin een kind met haar bijbaan bij Berschka een nettoloon van € 462,00 per maand verdiende, dat zij met haar inkomsten in haar eigen behoefte kon voorzien. De jongmeerderjarige had een tussenjaar ingelast, waarin zij ook een paar maanden wilde reizen. Het Hof oordeelde dat het tussenjaar reden was om aan te nemen dat zij in staat kon worden geacht arbeid te verrichten. De jongmeerderjarige moest met terugwerkende kracht, vanaf de startdatum van haar bijbaan, het door haar te veel ontvangen alimentatiebedrag terugbetalen.

Ook het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 21 december 2021 dat een jongminderjarige tijdens haar tussenjaar geen behoefte had aan een bijdrage in haar levensonderhoud en studie van haar ouders, omdat zij in die periode ook geen studiekosten had. De jongmeerderjarige oversteeg met haar inkomen ruimschoots haar maandelijkse behoefte. Wel achtte het Hof het in dat geval redelijk de jongmeerderjarige een deel van haar inkomsten als zakgeld te laten behouden.

Geen inkomsten tijdens tussenjaar
Op basis van de rechtspraak valt niet met zekerheid te zeggen wat geldt als een jongmeerderjarige tijdens een tussenjaar geen inkomsten heeft, maar bijvoorbeeld uitsluitend rondreist of vrijwilligerswerk verricht.

Het Gerechtshof Den Haag oordeelde op 9 oktober 2019 wel over de situatie waarin een jongmeerderjarige een tussenjaar genoot en uitsluitend de eerste zes maanden van haar tussenjaar met een baantje € 5.000,00 netto had verdiend. Met dit bedrag wilde zij daarna haar reis naar Azië bekostigen. Het Hof verdeelde deze inkomsten voor de bepaling van haar behoefte vervolgens over het gehele tussenjaar, waarna het gemiddelde maandbedrag in mindering werd gebracht op haar geïndexeerde behoefte.

In combinatie met de eerdergenoemde uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 26 september 2017 zou men hieruit kunnen afleiden dat een jongminderjarige tijdens een tussenjaar geen of minder behoefte heeft aan een onderhoudsbijdrage. Hij of zij kan tijdens het tussenjaar namelijk “in staat worden geacht om arbeid te verrichten.” Welke invulling de jongmeerderjarige zelf aan het tussenjaar geeft, zal wellicht geen invloed hebben.

Een precies antwoord is helaas niet te geven. Per zaak zal moeten worden gekeken naar de omstandigheden van het geval.

Tot slot
Mocht uw kind een tussenjaar nemen, dan is het goed om in gesprek te gaan met uw kind over de onderhoudsbijdrage. Komt u hier niet uit of wilt u meer weten over de onderhoudsbijdragen of andere familierechtelijke kwesties? Neem dan contact op met mr. Nicole van Leeuwen, mr. Elise Sondorp of mr. Patricia van Eck-Molenaar.

RECENTE BERICHTEN
concurrentiebeding, arbeidsovereenkomst, relatiebedingscheiden, echtscheiding, familierecht, scheidingsadvocaat